Broekbakema
Broekbakema

blog: Klimaatadaptief restaureren

24 november 2025

ERFGOED TOEKOMST BESTENDIG MAKEN

Klimaatverandering laat zich steeds nadrukkelijker voelen. Extreme regenbuien, langdurige hitte en droge periodes zorgen steeds vaker voor overlast en schade. Woningen, winkels en monumenten lopen onder water na hevige buien, terwijl hittegolven ervoor zorgen dat stedelijke gebieden onbehagelijk warm worden. Deze ontwikkelingen hebben niet alleen gevolgen voor onze leefomgeving, maar ook voor het behoud van onze historische gebouwen. Restaureren kan daarom niet langer los worden gezien van de noodzaak om ons aan te passen aan een veranderend klimaat. Klimaatadaptief restaureren is een manier om ons erfgoed toekomstbestendig te maken.

Tot nu toe werd klimaatverandering vooral bestreden met technische oplossingen: ramen dicht, extra koeling of zonwering plaatsen, en hopen dat het waterschap de wateroverlast wel oplost. Maar deze benadering pakt de kern van het probleem niet aan. De buitenruimte en de directe omgeving van gebouwen spelen juist een cruciale rol in het reguleren van temperatuur, water en leefkwaliteit. Door de omstandigheden buiten te verbeteren, kunnen we binnen comfortabeler en gezonder wonen en werken.

VERGROENING ALS KLIMAATADAPTATIE
Een belangrijk uitgangspunt bij klimaatadaptatie is vergroening. Bomen, struiken en planten zorgen niet alleen voor verkoeling door verdamping, maar helpen ook water op te vangen en te infiltreren in de bodem. Daarnaast verminderen ze de opwarming van de omgeving en verbeteren ze de luchtkwaliteit. Door halfverharding toe te passen in plaats van volledig verharde bestrating, krijgt regenwater meer kans om de bodem in te trekken. Zo ontstaat een robuuster watersysteem dat beter bestand is tegen piekbuien.

Het ontwerp van de stedelijke omgeving speelt ook een grote rol. De auto bepaalt nog vaak de inrichting van onze steden en dorpen, terwijl de noodzaak om overal met de auto te komen steeds minder groot is. Investeringen in goed openbaar vervoer en fietsroutes maken ruimte vrij voor meer groen en schaduw. Dit zorgt niet alleen voor een aangenamere buitenruimte, maar ook voor minder opwarming van gebouwen. Schaduw verlaagt de gevoelstemperatuur en vermindert zoninstraling, terwijl lichte, reflecterende materialen juist helpen om zonnestraling terug te kaatsen. Uit cijfers blijkt dat stedelijke gebieden gemiddeld slechts een reflectiefactor van 5% hebben, tegenover 20% in landelijke gebieden. Door bewust met materiaalgebruik om te gaan, kunnen we dus veel winnen.

MEER DAN EEN TECHNISCHE OPLOSSING
Een klimaatadaptieve buitenruimte is bovendien veel meer dan een technische oplossing: het is ook een sociale en ecologische kans. Groene plekken nodigen uit tot ontmoeting, ontspanning en zijn de ultieme plek voor kinderen om te spelen.  Ze bieden leefruimte aan vogels, insecten en andere dieren, en dragen bij aan de biodiversiteit. Water wordt niet langer gezien als probleem, maar als onderdeel van een levendig ecosysteem.

Hoewel veel gemeenten inmiddels bij nieuwbouwprojecten klimaatadaptieve maatregelen voorschrijven, blijft dit bij restauratie nog vaak achter. Onterecht, want ook monumenten staan midden in dezelfde stad of hetzelfde dorp en worden dus geconfronteerd met dezelfde uitdagingen. Klimaatadaptatie bij restauratie is niet alleen nodig om schade en overlast te beperken, maar ook om het gebouw in stand te houden. Hitte, vocht en wateroverlast kunnen immers grote schade aanrichten aan historische materialen en constructies.

ONTWERPEN MET DE GEBRUIKER
Broekbakema ontwerpt graag voor en met gebruikers. Zo schreef ik onlangs mee aan een Programma van Eisen voor een monument. In de gesprekken die we hadden realiseerde de opdrachtgever zich opeens dat er veel meer mogelijk is qua klimaatadaptatie en natuurinclusiviteit dan in eerste instantie werd gedacht. Wat eerder nog werd gezien als een ingewikkelde opgave, bleek juist een inspirerende kans voor vernieuwing.

VERBINDING MET DE BUURT
Tijdens gezamenlijke brainstormsessies ontstonden nog meer ideeën. Zo onderzochten we de inzet van biobased isolatiematerialen die lokaal geoogst kunnen worden, waardoor niet alleen de ecologische voetafdruk kleiner wordt, maar ook de verbinding met de regio wordt versterkt. Er ontstond ook het plan om binnen het project een kenniscentrum op te zetten, waar de opgedane inzichten en ervaringen gedeeld kunnen worden met andere partijen die vergelijkbare restauraties uitvoeren. Op die manier krijgt het project een bredere impact: het wordt een leeromgeving waarin erfgoed, duurzaamheid en innovatie elkaar versterken.

En opeens gaat het dan leven. Niet alleen op het dak begint het te gonzen, maar ook in de hoofden. Het wordt tastbaar welke mogelijkheden er zijn als je dit omarmt. Want als het dak minder snel opwarmt, dan kunnen we ook de koeling binnen verminderen. Als het dak meer en langer water vasthoudt dan loopt straks de kelder dus niet meer onder water tijdens een piekbui. En qua kosten levert deze investering op andere vlakken juist weer geld op.

Daarmee wordt klimaatadaptatie bij restauratie opeens een hele mooie kans in plaats van een zoveelste regel of eis aan het project.

Marius Voets

Architect directeur